De bravoure waarmee ik enkele jaren geleden mijn activiteiten als schilder hervatte en de wereld wilde bestormen is wel verdwenen. Men zit niet op mij te wachten. Schilderen is een anachronisme. Willen leven van de schilderkunst is een uiterst moeizame doelstelling. Het laatste waar de consument anno 2012 aan denkt is wel: "Wat zal ik nu eens voor een schilderij kopen?" Was homo sapiens voor enige decenia nog hongerig naar beelden, nu is hij eerder beeld-moe. Internet, bioscoop, allerlei media schreeuwen om aandacht en stellen hem bloot aan een nimmer aflatend bombardement van beeldmateriaal. Zelfs als men een bepaald beeld, schilderij etc. erg goed vind, is er nog geen noddzaak om het ook te willen hébben.

Het werk waar ik destijds mee begon was nogal nostalgisch. Had ik in de vorige eeuw alle stielen verkend en was m'n laatse oprisping destijds een nogal elegante abstractie en decadente figuratie, nu greep ik terug op een ingehouden expresieve figuratie die aansloot op het begin van de vorige eeuw. Picasso's blauwe en rose periode, Modigliani, Giacometti, in dat rijtje hoorden mijn gevangenen, mijn duivletjes, mijn engelttjes thuis.

De boodschap in dit werk is indringend en actueel, maar wordt niet gehoord, niet gezien. Ik zou er mee door kunnen gaan en in het harnas sterven. Ooit zou er aandacht voor komen, in een luwte van de storm die de wereld nu in haar greep heeft.

De eenzaamheid en armoede die de mijne zijn en die uit dit werk spreekt, zijn tijdloos en universeel. Vroeg of laat zou er begrip voor zijn. Juist door er mee door te gaan en me in dit onder werp vast te bijten, zou er belangstelling voor komen. Ik zou een cult-figuur kunnen zijn. Dat is wat de culturele elite wil: kunstenaars als monomaniakale einzelgänger, zichzelf in de staart bijtende sado-masochist.

Ik heb er geen zin in. Wat ik over dit onderwerp te zeggen heb, heb ik gezegd. Ik zou me zelf kunnen herhalen, verdiepen, uitweiden enz.. Genoeg is genoeg. Mijn streven is niet het uitentreure beschrijven van mijn ellende, mijn streven is om er uit te komen. Kunst voor de kunst, is leuk als je een leuk bedrag geërfd hebt, of als subsidievreter door het leven wilt. Ik kom voort uit het proletariaat en als je de armoede van zo nabij kent, is er geen hol aan. Ik streef naar inkomen, niet over tien, twintig jaar, maar nu, of in ieder geval binnenkort. "Erst kommt das Fressen, dan die Moral!"