John Decker is de drijvende kracht achter de Maastrichtse Stichting de wegwijzer, die drugsgebruikers enige ondersteunig biedt. Hoewel ik zelf sinds meer dan dertig jaar geen drugs gebruik, ga ik regelmatig met John en een groepje cliënten van de stichting wandelen. Onderstaand stukje plaatste ik op de site van de Wegwijzer als reactie op een artikel dat John plaatste met betrekking tot drugs en het beleid daaromtrent.

Ja John, Het valt me op dat je meestal erg mild bent tov drugsgebruik. Als ik het goed begrijp, ga je er van uit dat de meeste drugsgebruikers er op een gezonde evenwichtige manier mee omgaan en misbruik eigenlijk minder vaak voorkomt. Met name over cannabis hoor ik je vaker erg vergoeilijkend spreken. Ik kan het daar niet mee eens zijn. Volgens mij zijn al die koffeeshopbezoekers net zo goed eerder misbruikers dan gebruikers te noemen: Sterker nog: Gebruik is bijna onder een naam te brengen met misbruik.

Van een jointje ga je niet dood en je kunt er zelfs prettige ervaringen door hebben. Ook bij langer regelmatig gebruik zul je niet direct merken dat er iets mis is. Maar het regelmatig gebruik heeft wel degelijk grote gevolgen en de meeste gebruikers doen het niet af en toe, maar dagelijks.

Het belangrijkste bezwaar dat ik heb tegenover cannabisgebruik en drugsgebruik in het algemeen is dat je er initiatiefloos, fantasieloos en passief van wordt. Dagen, weken, maanden en jaren gaan voorbij, waarin er niks gebeurt, behalve dat je iedere dag die ene zelfde film kijkt.

Nietgebruikers zullen, om een voldaan gevoel te hebben in actie moeten komen, moeten nadenken, plannen maken en uitvoeren. Doen ze dat, dan komt hun beloningsmechanis-me in werking. Druggebruikers omzeilen dit mechanisme door meteen het beloningsgebied in hun hersens te stimuleren, geven er zich echter geen rekenschap van dat dat mechanisme er niet voor niets is.

Je zelf hebt niet door dat er tijd verstrijkt en je leven voorbij gaat zonder dat je in actie komt. Het leven der anderen gaat echter door. Ze ontwikkelen zich op velerlei gebied, terwijl je als drugsgebruiker alleen in dat kleine cirkeltje blijf. Mensen die met je proberen te communiceren zullen merken dat je langs hun heen praat en zullen afstand van je nemen. Zelfs dit zul je niet merken.

Ik kan er over meepraten. Tussen mijn vijtiende en vijfentwintigste gebruikte ik enorme hoeveelheden cannabis, aangevuld met alle soorten drugs die er destijs maar verkrijgbaar waren. Het resultaat was dat ik, na een overgansperiode, pas op mijn achtentwintigste begreep dat je je hersen ook kunt gebuiken om na te denken.

Timing is, net zoals overal in de natuur, ook voor een mensenleven van cruciaal belang. Voor wie zijn
momentum voorbij laat gaan en wakker wordt wanneer alle stoelen al vergeven zijn, krijgt een hard gelag. De maatschappij is onwrikbaar en laat zich niet corrigeren.

Wie dus denkt, dat het zo'n vaart niet loopt, met die cannabis, moet maar eens met mij komen praten.

MP